J: “Hey Mike, I missed your call.”
M: “Hey Jorrit, this is Mike, I need you to write you something for the Phas”.
J: “Oh ok, waarover?”
M: “Your sweetest memory van je carriere bij the Wombats”
Alhoewel menig Wombat zich zou kunnen verschuilen achter smoesjes als “ik ben druk”, “ik kan niet schrijven”, “ik heb geen warme herinnering aan de Wombats” of andere drogredenen, weet ik dat als Mike belt met een opdracht, dat ik niks anders te doen heb dan hem te gehoorzamen. Niet alleen omdat hij me redt als ik weer eens een bal huizenhoog over of naast het tweede honk smijt bij een gestolen honk; maar vooral ook omdat “I owe him big time”. In dit stuk geen mooi verhaal over een gewonnen wedstrijd, een perfecte vangbal of een andere “play” die in aanmerking zou kunnen komen als mooiste herinnering, maar een verhaal over een Ierse New Yorker met twee schapen. What a sweet memory that is.
We schrijven een jaar of wat geleden. In een Irish pub in de binnenstad komen ergens in oktober/november een paar mensen bij elkaar om de geheime plannen van een nieuw op te richten team te bespreken. Gefrustreerd over de onmogelijke aanvangstijd en speeldag van Honkbal2, en het hoge “duiventil” gehalte dat dat team destijds had, zijn we van mening dat we iets anders moeten gaan proberen. Softballen, bij voorkeur op vrijdagavond, op dezelfde avond als de twee vlaggenschepen (dat is geen nederlands) van de vereniging HSB1 en Dames1. We waren het er snel over eens dat we een team zouden moeten worden met commitment; onderdeel van dit team zijn zou betekenen dat je er bent, bij wedstrijden, bij scheidsbeurten of kantinediensten, maar ook voor de vereniging. Twee potentiele teamleden, Rinze en ondergetekende, hadden reeds zitting genomen in het bestuur, en zij vonden dat er direct bij aanvang van het nieuwe seizoen de goede sier gemaakt moest worden; we zouden het bijna definitief verloren gewaande Wombats-toernooi weer nieuw leven in gaan blazen.
En zo geschiedde. Het eerste slachtoffer voor de nieuw op te richten commissie, liet zich als een mak schaapje naar de slachtbank leiden. Niels, nieuwbakken lid, hadden we wijs kunnen maken dat een Wombat de morele verplichting heeft om zich ook off the field te bewijzen, bij voorkeur in een commissie. Niels, professioneel marketinggoeroe, was natuurlijk uitermate geschikt voor de toernooi-commissie. Zijn voorwaarde; “er moet wel een teamgenoot bij”. Ok. Plan van aanpak was even simpel als doeltreffend; we voorzien Mike de hele avond van whiskey in plaats van bier, en na een drankje of vijf tackelen we hem. Nou is er maar een manier om Mike te overtuigen, en dat is met argumenten. Ze gingen er in als zoete koek, en het tweede lid van commissie was over de streep. Mike en Niels bedachten ter plekke een nieuwe voorwaarde, “we willen twee leuke dames in de commissie”. Deze voorwaarde accepteerden we lachend, aangezien we al in een eerder stadium Elja en Sophie min of meer bereid hadden gevonden om te commissie te completeren; een dreamteam.
In de maanden erop was er veelvuldig contact over het interne wel en wee van de commissie. Samenvattend kwam het er op neer dat het verdomde veel werk was en dat de creatieve breinen van Mike en Niels, de ideeën van Elja en Sophie niet of nauwelijks konden bijhouden. “Ze zijn knettergek, riep Niels wanhopig”. Maar wat een toernooi zou het worden. De spannende titel “Temptation Weiland”, was al briljant, maar aangezien we vanuit het bestuur vooral stuurden op hoofdlijnen en financiën, was de exacte uitvoering ook voor ons een verrassing. Op een zaterdagochtend in maart rijdt ik dan ook met een goed gevoel en met veel goede zin naar het veld. Daar aangekomen was het eerste beeld wat ik zag, er een die nooit meer van mijn netvlies zal gaan en op zeker in de top 3 van mooiste herinneringen van de Wombats zal blijven.
Daar stond ie. Mijn New-York-Ierse teamgenoot met een blauw boeren overall, met klompen aan zijn voeten, een kittig rood sjaaltje om zijn nek, een platte pet op zijn hoofd en een gezicht als een oorwurm. Mike. Ik zag hem denken “wtf am I doing here???”.
J: “Hey Mike, alles goed”
M: “Look at me, what do you think?”
J: “I think you are looking lovely, my friend”
M: “Ik wil het niet horen, moet je kijken wat ik heb moeten kopen”
Mike haalde z’n twee, bij de enige sexshop in Zeist, gekochte opblaasschapen tevoorschijn, glimlacht en zegt “Leg jij dit straks maar uit aan mijn vrouw, you owe me big time!!!” Ik weet het Mike, ik sta bij je in het krijt. Bij deze weer een stukje van mijn tegemoetkoming ingelost? Bedankt voor deze zeer leuke herinnering!
Jorrit